De raad roept op dat,
- Het college actief de verbinding blijft zoeken met de woonwagengemeenschap om samen tot oplossingen te komen;
- Overlegd wordt welke woonvormen passend zijn bij de cultuur van de woonwagenbewoners;
- Dat er voor jonge starters binnen woonwagencentra tijdelijke alternatieve woonvormen kunnen worden ingezet, zoals caravans;
- In overleg met de provincie Noord-Holland te gaan om te onderzoeken of er locaties aan te wijzen zijn die voor nu nog niet haalbaar bleken, zoals gebieden die grenzen aan een zone binnen het Luchtvaart Indelingsbesluit (LIB).
De raad stelt als kaders vast,
- Het college zoekt binnen de grenzen van een goede ruimtelijke ordening de mogelijkheden op om meer standplaatsen te creëren die voorzien in de behoefte;
- Participatie wordt proactief als middel ingezet om deze nieuwe standplaatsen te creëren en de behoefte te monitoren;
- De standplaatsen dienen een samenhangend karakter te krijgen, een zogeheten ‘woonwagencentrum’, waarbij de grootte van het centrum in goede samenhang is met (omliggende) woonwijken;
- De woonvorm komt overeen die in de woonwagencultuur passend is;
- De voorkeur heeft het om bij bestaande woonwagencentra aan te sluiten en deze uit te breiden. Versplintering van woonwagenbewoners wordt zoveel mogelijk voorkomen;
- De standplaatsen worden gesitueerd bij voorkeur op een locatie waar hoogbouw niet haalbaar is, waardoor het aanleggen van nieuwe standplaatsen eerder realiseerbaar is.
AANGENOMEN (UNANIEM)